Gevallen stad

De tweede roman is gesitueerd in Antwerpen en speelt zich af in de maand januari 1992. Gert en Lieve wonen in Antwerpen. Lieve runt samen met Tony De Wachter een interimkantoor, Sesam Interim. Gert is werkloos en trekt veel op met zijn depressieve en doofstomme moeder, die bij het koppel inwoont.

De verhaallijnen van de zakendeals
Totaal onverwacht neemt Marie-Claire d’Outreville contact op met Lieve. Ze wil een interimcontract van één maand afsluiten en heeft daar een aardige som voor over. D’Outreville zegt te vermoeden dat haar zakenpartner belangrijke informatie voor haar achterhoudt.

De politieke verhaallijn
Het boek speelt zich af begin 1992: kort na Zwarte Zondag en de opkomst van de uiterst rechtse partij Vlaanderen Voor Ons. Die partij is tegen vreemdelingen in het algemeen, maar ook tegen de Ierse bouwvakkers die naar Antwerpen worden gedetacheerd om het project aan de Groenplaats te realiseren. De invoer van die goedkope werkkrachten wordt geregeld door de multinational Gygahood, aan het hoofd waarvan Guillaume Hoet staat.

De verhaallijn van de (anonieme) misdaad
Dan is er scharrelaar Tom: op een nacht verschaft hij zich naar geregelde gewoonte toegang tot de werf aan de Groenplaats om afbraakmateriaal mee te nemen. Terwijl hij bezig is, komen twee mannen met een lijk aan. Ze graven een put in de bodem van de grote bouwput en dumpen het lijk daarin. Zodra het beton gegoten zal worden, kan niemand dat lijk nog vinden.

De persoonlijke verhaallijnen
Fatima Laghzaoui is een 18-jarig Antwerps meisje, dochter van een Marokkaanse vader en moeder, eigenzinnig en geëmancipeerd. Ze volgt bij Lieve lessen zelfverdediging. Die zijn voor Fatima geen overbodige luxe want ze wordt geregeld belaagd door Manfred, een man uit haar buurt.
En dan is er nog Paul Verschuylen, gerechtelijk inspecteur en weduwnaar van Andrea Tavernier, voormalig directiesecretaresse van Hoet in DoHo. Andrea heeft zelfmoord gepleegd, iets waar haar man zich niet overheen kan zetten.

De apotheose
De verhaallijnen die door elkaar lopen, ontmoeten elkaar en botsen. Op woensdag 21 januari en de daarop volgende nacht ontploft de bom: tijdens de Antwerpse Beroerte komt het tot gewelddadige confrontaties. Van het oproer maken sommige partijen gebruik om rekeningen te vereffenen.